Naar de film

Ik ga naar de film op de Haarlemmerdijk. In theater de Movies. Het is woensdag, dus ik neem nog een stukje markt mee op het Haarlemmerplein. Niet om boodschappen te doen, want een tasje stinkende prei onder mijn stoel in de bios wordt vast niet gewaardeerd. Deze markt is klein, maar je kunt er toch een leuk ommetje maken. In de zomer staat er een hele rits fonteinen aan waar op warme dagen afwisselend kinderen en honden doorheen rennen. Een enkele keer zie ik een zwerver zijn voeten wassen. Bij de vaste viskraam voor de Albert Heijn staat een man op de enige juiste manier een haring te happen. Stukjes ui vallen er als hagelsteentjes vanaf en worden, eenmaal op straat, direct opgepikt door een duif. Amsterdamse straatduiven eten werkelijk alles. 

Bij de notenbar staat een rij mensen die ongetwijfeld op de heerlijke  lucht van gebrande pinda’s zijn afgekomen. Wat slim van de verkoper. De groenteman ernaast kijkt wat jaloers naar zijn groentecollega aan de overkant die het drukker lijkt te hebben. Hij piekert misschien over wat hij kan doen om meer klanten te krijgen. Als hij maar geen spruitjes of bloemkool gaat koken.

Bij de Hema is een opstootje. Een groep jongens heeft ruzie en er vallen klappen. Vanuit de winkel komt een vrouw naar buiten die zich dapper in het strijdgewoel stort. Met een luid en onvervalst Amsterdams accent brult ze “dat het nu klaar mot zijn met die herrie en ze allemaal op motte zouten”. De jongens mopperen nog wat, maar staken de ruzie en lopen braaf weg. Waarschijnlijk pakken ze de strijd om de hoek weer op, maar bij de Hema is de rust teruggekeerd.

Ik moet op de tijd letten want de film begint zo; ik heb echter moeite om de markt te verlaten. Als je ervoor gaat zitten en oplet, is wat er op een Amsterdams plein gebeurt misschien nog wel leuker dan wat je op het witte doek te zien krijgt.