Tamara heeft een vaste werkplek op de Wallen, maar vanavond staat ze een keer in een ander raam. Op de gracht wordt ze gek van de groepen toeristen die stil blijven staan om haar half bewonderend en half misprijzend aan te staren. Het maakt haar meestal niet zoveel uit, maar soms is ze al die mensen gewoon even zat. Hier in de Oudekennissteeg is het ook een gekkenhuis, maar de drukte in dit smalle straatje tussen de Oudezijds Voor- en de Oudezijds Achterburgwal, dwingt mensen in ieder geval om een beetje door te lopen.
Haar werkkamer heeft via de badkamer een verbinding met die van collega Iris. Ze kennen elkaar al een tijdje en hebben ook wel eens samen klanten gehad. Dat schept een band. Iris is een prachtige vrouw met een enorme bos blonde krullen. Meestal draagt ze romantisch witte lingerie, compleet met jarretelgordel en kousenbanden met kleine roosjes. Tamara kijkt altijd graag en vol bewondering hoe Iris oplicht in het blacklight en begrijpt maar al te goed waarom ze bijna continu bezet is.
Het valt Tamara vanavond op dat Iris er slecht uitziet. Ze oogt vermoeid en paniekerig. Toen ze net even met elkaar spraken, waren haar ogen continu opengesperd en schoten ze schichtig heen en weer. Ze leek meer op een bang hert dan op de zelfverzekerde sexy vrouw die ze normaal gesproken is. Tamara denkt daar over na, terwijl ze de mensen die haar raam voorbijlopen bekijkt zonder ze echt te zien. Vanuit de kamer naast haar klinkt zacht muziek. Iris houdt van klassiek en dat is een verademing na de housemuziek van haar collega’s op de gracht.
Er komt een man op het raam van Iris aflopen. Ze kan hem goed bekijken: strak in pak, compleet met stropdas en diplomatenkoffer. Hij werpt een korte blik op Tamara en steekt dan zijn hand op naar Iris. Tamara hoort de deur opengaan en kan hem nog net over de drempel zien stappen, zonder eerst de gebruikelijke vragen te stellen. Het zou een vaste klant kunnen zijn, denkt Tamara. Of een bekende. Maar op de een of andere manier was zijn houding vreemd. Hij keek te streng en te ongeïnteresseerd om een klant te zijn. Voor een bekende oogde hij niet vriendschappelijk genoeg. Tamara is ineens ongerust en vindt dat ze iets moet ondernemen. Ze doet voor de vorm haar deur naar de straat open en weer dicht en sluit het vaalrode gordijn bij haar raam. Vervolgens loopt ze op blote voeten de badkamer in. Om niet betrapt te worden op afluisteren, gaat ze op de toiletpot zitten om zogenaamd te plassen.
Het is eerst stil in de kamer. ‘Die vrouw hiernaast’, hoort ze de man aan Iris vragen, ‘kan ze ons horen?’ Tamara beseft dat het over haar gaat en vraagt zich af of het wel verstandig was om de badkamer in te gaan. Ze durft zich niet te bewegen en hoopt dat geen van beiden naar de wc moet. Iris antwoordt dat de gezamenlijke badkamer als isolatie fungeert en biedt aan de muziek voor de zekerheid iets harder te zetten. Tamara hoort, ondanks de vrolijke noten van Vivaldi, dat de man zijn koffertje openmaakt. Vervolgens haalt hij er iets uit en zegt: ‘Leg dit onder je matras. Het wordt vanavond nog opgehaald door iemand die het codewoord ‘Don Vito’ zal gebruiken.’
Iris heeft het blijkbaar aangenomen want Tamara hoort wat gerommel bij de wand waaruit ze opmaakt dat Iris doet wat de man haar heeft opgedragen. ‘Ben ik hierna van je af?’ vraagt ze de man. Tamara hoort geen antwoord. In plaats daarvan hoort ze de deur naar de straat opengaan. ‘Blijf op je vaste dagen werken zodat ik contact met je kan houden’, zegt hij nog. Shit, denkt Tamara. Hij ziet zo meteen dat mijn gordijn dicht is en dan vraagt hij Iris misschien om in de badkamer te gaan kijken. Ze hijst vlug haar string op en sluipt zo snel mogelijk naar haar eigen kamer. Hopelijk zullen ze denken dat ze een klant heeft, want daarom had ze de deur naar de straat even open en weer dicht gedaan voordat ze naar de badkamer ging. Inderdaad, net op het moment dat ze de deurklink loslaat, gaat de deur aan de andere kant van de badkamer open. Ze hoort Iris tegen de man zeggen dat de ruimte leeg is, waarop hij vertrekt.
Na een paar minuten wordt er vanuit de badkamer op de deur geklopt. ‘Tamara ben je daar?’ vraagt Iris. ‘Ik weet dat je geen klant hebt en dat je net in de badkamer was.’ Tamara doet de deur open en kijkt Iris schuldbewust, maar ook bezorgd aan. ‘Sorry’, zegt ze. ‘Maar ik zag hem aankomen en had er geen goed gevoel bij. Wil je erover praten?’ Iris zucht en loopt de kamer van Tamara in waar ze op het bed gaat zitten. ‘Ik hoorde je de badkamer verlaten toen ik wilde gaan kijken. Ik deed expres langzaam de deur open om je de tijd te geven. Eigenlijk ben ik blij dat jij er bent vanavond en dat je ons hebt gehoord.’ Iris zucht nog een keer en vertelt: ‘Het is een corrupte agent van de recherche. Die lul chanteert me al een tijdje en gebruikt me als doorgeefluik. Hij geeft getuigenverklaringen door aan criminelen die hem er goed voor betalen. Hij is wel zo verstandig om nooit zelf met ze af te spreken of iets via internet of de post te versturen, maar dumpt de papieren bij mij en dan komen ze die hier ophalen.’
‘Waar chanteert hij je mee?’ vraagt Tamara. ‘Je weet toch dat ik een zoontje heb?’ zegt Iris. ‘Hij dreigt op school te gaan klagen over mij en te vertellen over mijn werk zodat ik gegarandeerd last krijg met de voogdij. Omdat hij van de politie is, zullen ze dat op school echt wel serieus nemen. Ik heb al zoveel gedoe met mijn ex dat dit de druppel zal zijn en hij naar de rechter stapt.’ Tamara kookt van woede als ze dit hoort. ‘Verdomme wat een rotzak!’ zegt ze. ‘Heb je eraan gedacht om het te vertellen aan iemand?’ ‘Ja natuurlijk,’ zegt Iris. ‘Maar aan wie dan? Hoe weet ik nu wie ik kan vertrouwen en wie er ook echt iets aan kan doen? Je weet toch hoe mensen over ons denken. Er zijn er zat die het echt niets kan schelen als ik mijn kind kwijtraak.’
Volgende week deel 2!
Reacties Gesloten