De haastklant (deel 3)

Via de badkamer onder aan de trap komt ze bij een barretje. Aan de muur hangt een topless Samantha Fox. Smachtend kijkt ze neer op hongerige klanten die wachten op wie hen komt verwennen. Maar Fred is alles behalve hongerig. Zijn ogen zijn rood. Hij heeft een bleek gezicht en trillende handen. Er staat een kop koffie voor hem, maar die is nog onaangeroerd. “Hoi Fred”, zegt Tamara terwijl ze naar hem toeloopt. Fred staat op, valt haar in de armen en begint te huilen. Tamara loodst hem naar een tweezitsbank in het midden van de kamer en kruipt naast hem. Ze aait over zijn kale hoofd en drukt hem tegen zich aan. Ondertussen bekijkt ze zijn kleding, handen en schoenen, speurend naar bloed. Ze ziet niks. “Fred, wat kan ik voor je doen?” vraagt ze zacht. “Ik wil gewoon even bij je zijn. Kan ik tegen je aan liggen?” vraagt hij. Ze leidt hem naar het bed. Ze bukt om zijn schoenen uit te doen en nadat ze ook die van haarzelf heeft uitgedaan, vlijt ze zich tegen hem aan. Als een klein kind kruipt hij in het holletje dat ze vormt met haar lichaam. Alsof hij zich wil verstoppen. Een grote man. Vader van twee kinderen en harde werker in zijn eigen meubelwerkplaats. Waarschijnlijk nooit een vlieg kwaad gedaan. Behalve dan dat hij zijn vrouw ontrouw is geweest. Maar daarin is hij niet bepaald de enige en ook zeker niet slecht.

Via de wandspiegel naast het bed ziet ze zijn achterkant. Het zitvlak van zijn broek is een grote donkere vlek. Ze vreest voor wat dat betekent en hoopt dat het al is opgedroogd. Met haar vrije hand streelt ze zijn rug en spreekt hem liefkozend toe. Na enige tijd voelt ze dat zijn ademhaling rustig wordt en laat ze hem langzaam los. Ze vraagt wat hij gaat doen straks. “Ik denk dat ik maar naar het politiebureau ga”, zegt Fred. Tamara knikt en zegt dat dat waarschijnlijk wel een goed plan is. “Waar zijn je kinderen?” vraagt ze. “Die waren al naar school”, is het antwoord. “Om te voorkomen dat die een drama aantreffen in huis, is het misschien een goed idee om iemand te vragen hen op te halen”, geeft ze als voorzichtige suggestie. “Wil je dat ik met je meega naar het bureau?” vraagt Tamara terwijl ze hoopt dat hij nee zegt. Fred zucht en zegt dat het beter is van niet. “Ik heb een tijdje in de keuken op de grond naast haar gezeten. Ze was heel snel dood. Een ambulance bellen had al geen zin meer. Ik heb mijn handen gewassen en een schoon overhemd aangedaan en wilde eigenlijk voor de trein springen”, zegt hij. “Omdat ik het zielig voor de kinderen vind, heb ik dat niet gedaan. Maar ik kreeg mezelf niet onder controle. Het enige wat ik verder nog kon bedenken, was dat ik bij jou wilde zijn. Al is het maar even.” “En”, vraagt Tamara. “Helpt ‘t?” Fred kijkt haar aan en zucht weer. “Ja, ik ben nu wel rustiger. Ik bel straks vanuit de auto mijn zus en vraag of ze de kinderen wil ophalen van school. Daarna zal ik mezelf gaan aangeven.” Tamara heeft een heleboel vragen, maar voelt aan dat ze er zoveel mogelijk buiten moet blijven, dus houdt ze zich in. “Heb je nog ergens behoefte aan?” vraagt ze. Fred schud zijn hoofd. Hij rolt zich uit zijn foetushouding en maakt duidelijk dat ze kunnen opstaan. “Bedankt dat je zo snel gekomen bent”, zegt hij. “Ik weet wat me te doen staat.” Ze doen hun schoenen aan en lopen naar boven. Jan staat in de hal als ze daar aankomen. Tamara denkt bij zichzelf dat hij waarschijnlijk al die tijd aan de deur heeft staan luisteren om in te kunnen grijpen als er iets zou gebeuren. Fred pakt zijn portemonnee, maar Jan schud zijn hoofd. “Het ga je goed Fred”, zegt hij. Tamara laat Fred uit en geeft hem een kus. “Sterkte met alles”, zegt ze terwijl ze hem bemoedigend toeknikt.

Jan maakt het beloofde ontbijt voor Tamara en betaalt haar voor de tijd met Fred uit eigen zak. Hij geeft zelfs nog 50 euro extra. Ze kijken elkaar aan en glimlachen. Ze lezen elkaars gedachten: “We hebben een boeiend beroep.” Als ze naar de voordeur loopt, zegt Jan: “Goed gedaan. Maar denk erom, wat binnen deze muren gebeurt, blijft hierbinnen.”  Tamara knikt en zegt: “Dat weet ik.”

Later op de dag bezoekt Tamara haar ouders. Ook haar broer komt langs. “Ik lees net zo’n akelig bericht op ‘t nieuws”, vertelt hij bij binnenkomst. “De politie heeft bekendgemaakt dat een vrouw is omgekomen na een echtelijke ruzie. Ze wilde haar man aanvallen met een broodmes, maar ze is er zelf door geraakt en doodgebloed in zijn armen. De man kwam zichzelf melden op het bureau. Hij was de rust zelve; de politie begrijpt niet hoe hij zo kalm kon zijn.” “Jeetje,” zegt  Tamara. “Wat een verhaal. Het kan gek lopen in ’t leven.”

Einde.

Reacties Gesloten