Buna
DE STAD IN
DE MACHO
✖︎ ✖︎ ✖︎
Ik ben aan het wandelen met de hond. Lang leve de stadsparken met hondenterrein! Terwijl mijn viervoeter driftig een konijnenspoor volgt, daarbij rigoureus alle sneeuwklokjes verpletterend die op z’n pad groeien, kijk ik naar de man die voor ons loopt. Hij is helemaal in het zwart gekleed. Bomberjack, zwarte strakke broek, hoge legerstampers en een muts op. Zijn loopje is als een karikatuur van de typische macho: de armen gebogen en op afstand van zijn lichaam, zijn schouders zwaaien met elke stap groots van links naar rechts. Ongerust zoek ik naar een bijhorende enge hond en ik treuzel wat om de afstand te vergroten.
Opeens staat hij stil en begint een beetje vreemd te fluiten. Hij haalt iets uit zijn zak en gooit het een meter van hem af in het gras. Om hem heen verzamelt zich een stel zwarte kauwen. Nieuwsgierig loop ik door. Zijn fluitje is bijna identiek aan dat van de kauwtjes. Wat hij in het gras gooit, zijn kruimels van hondenkoekjes. Mijn hond, van wie ik verwacht dat hij tekeer zal gaan tegen hem want hij houdt niet van macho’s, kijkt even vriendelijk naar hem op en loopt door. De macho, die dus helemaal niet zo macho blijkt te zijn, begint op de toon van mijn oude buurvrouw een gesprek met me. Hij biecht op elke ochtend het park te bezoeken en dan ‘zo te genieten van de fluitende vogels’. Het lijkt verdomd ook wel alsof ze hem kennen. Achtervolgt door zijn klapwiekende vrienden, loopt de macho die geen macho is, vrolijk verder en laat mij achter met het schaamrood op de kaken. Hoe zat dat ook alweer met dat je niet moet afgaan op de buitenkant en zo?